Toe aan een volgende stap in je carrière? Klik hier voor onze vacatures

bel ons: 0545 294 061

Handhaving arbeidsrelaties: zachte landing

De Belastingdienst gaat vanaf 1 januari 2025 weer volledig handhaven op de kwalificatie van de arbeidsrelaties. In het Handhavingsplan arbeidsrelaties 2025 geeft de Belastingdienst aan hoe deze handhaving wordt vormgegeven en wat de gevolgen zijn van het opheffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025. De Belastingdienst heeft daarbij aandacht voor een ‘zachte landing’. Wat is dat?

Zachte landing
Vanaf 1 januari 2025 kunnen weer met terugwerkende kracht naheffingen loonheffingen opgelegd worden. Dit kan slechts met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025. Dit betekent dat feitelijk een ingroeimodel van toepassing is tot 2030. Pas in 2030 kan de Belastingdienst weer tot 5 jaar terug correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen opleggen. Met betrekking tot de periode vóór 1 januari 2025 geldt dat Belastingdienst – met inachtneming van de vijfjaarstermijn – alleen correcties kan opleggen indien sprake is van kwaadwillendheid of als een eerder gegeven aanwijzing niet in voldoende mate is opgevolgd. In de handhaving heeft de Belastingdienst ruimte voor maatwerk en oog voor de menselijke maat. De zachte landing krijgt onder meer vorm door onderstaande maatregelen.

In 2025 start het risicogerichte toezicht op schijnzelfstandigheid met een bedrijfsbezoek. Bij een bedrijfsbezoek gaat de inspecteur in gesprek over de inhuur van zelfstandigen. In dit stadium is nog niet vastgesteld of daadwerkelijk sprake is van schijnzelfstandigheid. De opdrachtgever wordt er zo nodig op gewezen dat van hem wordt verwacht dat schijnzelfstandigheid wordt voorkomen in diens organisatie. Hierdoor krijgt een ondernemer de kans om zijn bedrijfsvoering te verbeteren. Dat kan op verschillende manieren. Een ondernemer kan ervoor kiezen schijnzelfstandigen in dienst te nemen. Het zou ook kunnen dat een wijziging van de manier waarop de opdracht wordt uitgevoerd, ertoe leidt dat daadwerkelijk sprake is van een opdracht die wordt uitgevoerd door een zzp’er. Op deze manier wordt de opdrachtgever gewaarschuwd.

In enkele gevallen kan schijnzelfstandigheid direct via een boekenonderzoek aan de orde komen, bijvoorbeeld bij concrete risicosignalen die duiden op evidente schijnzelfstandigheid of als er bij controle op een ander belastingmiddel, bijvoorbeeld BTW, door de inspecteur schijnzelfstandigheid wordt geconstateerd. De inspecteur kan overgaan tot het instellen van een boekenonderzoek als ingeschat wordt dat er sprake is van grote risico’s op schijnzelfstandigheid en het risico dat de opdrachtgever blijft werken met schijnzelfstandigen. De inspecteur kan het boekenonderzoek richten op de meest recente tijdvakken zodat het financieel risico in eerste instantie beperkt blijft. Bij een constatering van het niet naleven van de fiscale regels kunnen dan naheffingen loonheffingen worden opgelegd, maar niet verder terug dan 1 januari 2025. Op deze wijze krijgen ondernemers de ruimte om het goed te doen en zich te houden aan de wet- en regelgeving.

Verder zal de Belastingdienst het eerste jaar (2025) geen boetes opleggen. Dit geldt zowel voor de verzuimboetes als de vergrijpboetes.

Alle goedgekeurde modelovereenkomsten blijven van kracht tot eind 2029. Als in de praktijk wordt gewerkt zoals in de modelovereenkomst is opgenomen, kan de opdrachtgever erop vertrouwen dat hij geen loonheffingen verschuldigd is.  

Let op: Het doel is de handhaving op de kwalificatie van arbeidsrelaties te normaliseren. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2026 de handhaving op de kwalificatie van de arbeidsrelatie weer vorm krijgt binnen de reguliere handhavingsplannen en weer plaatsvindt zoals voor alle andere belastingmiddelen.