Bij de omzetting van de onderneming van een huisarts naar de BV-vorm is een boekverlies van € 270.000 op haar woning naar voren gekomen. De woning stond als zakelijk te boek. De Belastingdienst weigert aftrek van het boekverlies omdat de woning niet tot het ondernemingsvermogen zou behoren. Hoe oordeelt de rechter?
Standpunt huisarts
De huisarts stelt, ter onderbouwing van haar standpunt dat de onroerende zaak tot het ondernemingsvermogen mocht worden gerekend, dat de woning voor meer dan 10% werd gebruikt ten behoeve van haar onderneming. De huisarts heeft de zolderkamer, met een oppervlakte van 18,75% van het totale woonoppervlakte, vanaf de ingebruikname van het pand tot aan de inbreng van de onderneming in de B.V. gebruikt voor de onderneming. Op enig moment is de voormalige werkkamer op zolder een slaapkamer geworden. De werkkamer is toen verplaatst naar de voormalige slaapkamer van de dochter op de eerste verdieping. De huisarts wijst er op dat in het taxatierapport op de foto’s te zien is dat in de slaapkamer op zolder nog een ladeblok, printer, toetsenbord en beeldscherm staan, die daar werden gebruikt toen het nog een werkkamer was. Volgens de huisarts staat in het taxatierapport ten onrechte dat de onroerende zaak geheel als woning wordt gebruikt.
Standpunt Belastingdienst
De Belastingdienst is van mening dat geen sprake is van zakelijk gebruik van de onroerende zaak. Hij voert hiertoe aan dat belanghebbende geen enkel objectief gegeven heeft aangedragen waaruit zou blijken dat de zolder is gebruik als werkruimte. Er is van de zolder geen enkele foto aanwezig uit de periode voor de verbouwing.
De Belastingdienst betwist niet dat voor de verbouwing een bureau met laptop op de zolderkamer heeft gestaan. Maar dat wil niet zonder meer zeggen dat de gehele zolder uitsluitend zakelijk gebruikt is. De zolder kon ook door andere gezinsleden gebruikt worden om te studeren, dan wel als opslag voor privéspullen.
Voor het 10%-criterium moet niet alleen gekeken worden naar de oppervlakte. Een woonhuis wordt over het algemeen nagenoeg geheel gebruikt voor privédoeleinden, zoals wonen, slapen en leven door alle gezinsleden. Dat af en toe thuis wordt gewerkt in een kamer waarvan het oppervlakte meer dan 10% van het totale oppervlakte bedraagt, betekent nog niet dat de onroerende zaak voor meer dan 10% uitsluitend zakelijk wordt gebruikt.
Toetsingskader rechter
Op grond van vaste jurisprudentie is in het algemeen de wil van de belastingplichtige, zoals die in zijn boekhouding of op andere wijze tot uiting is gekomen, beslissend, tenzij daardoor de grenzen der redelijkheid worden overschreden. Ten aanzien van een woning moet, behoudens bijzondere omstandigheden, worden aangenomen dat het uit zijn aard in fiscale zin alleen tot het privévermogen van de ondernemer kan behoren. Een redelijke verdeling van de bewijslast brengt mee dat op belastingplichtige de bewijslast rust dat sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan de woning toch tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend.
Vormt de woning zakelijk vermogen?
De rechter overweegt dat blijkens de leveringsakte een woning is aangekocht. Er zijn geen foto’s overgelegd van hoe de zolder er uitzag in de periode voor de verbouwing en ook anderszins is geen onderbouwing gegeven dat de zolder uitsluitend zakelijk is gebruikt. Het taxatierapport dat is overgelegd dateert van na die periode en bovendien blijkt uit dat rapport niet hoe de zolder is gebruikt. Dat rapport sluit niet uit dat de zolder ook voor privédoeleinden is gebruikt.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechter heeft de huisarts niet aannemelijk gemaakt dat de onroerende zaak tot het ondernemingsvermogen kon worden gerekend.
Let op: In deze zaak ging het erom of de huisarts de woning als ondernemingsvermogen mocht aanmerken. Daarvoor is structureel minimaal 10% uitsluitend zakelijk gebruik vereist. Dat laatste kon ze onvoldoende aannemelijk maken.